We zijn aanbeland in het tijdperk van de Neo-Reformatie

Wat een virus al niet teweeg kan brengen. Of beter gezegd: wat een virus al niet aan het licht kan brengen. Of nog beter: hoeveel vlammen er door de compleet ontwrichtende maatregelen die vanuit de naam van een virus genomen zijn al niet in een oplopende reeks aan pannen kunnen slaan en de daaropvolgende tegenkracht die uit het niets lijkt te ontwaken, ook onder het Nederlandse volk.

Over twintig, dertig jaar zullen de eerste historici zich buigen over het fenomeen ‘2020’. Want toen begon het. De omwenteling. Ze zullen alles keurig op een rijtje zetten en het jaar 2020 aanwijzen als eindpunt van de digitale revolutie. Dat jaar luidde een nieuwe tijd in. Een nieuw tijdperk. En bij ieder tijdperk hoort een naam. Voor iedereen die zo slim is geweest om de titel boven dit stuk alvast mee te pakken, inderdaad: het tijdperk waar we met slag en stoot in zijn gekatapulteerd is de Neo-Reformatie.

De parallellen met Reformatie 1.0 (16e eeuw) zijn overduidelijk. Destijds had de kerk een monopolie op de Bijbel en de interpretatie van de Bijbel. Het was absoluut niet de bedoeling dat gelovigen zelf de teksten bestudeerden, hun eigen lessen leerden en afwijkende theorieën ontwikkelden. De opgelegde interpretatie van de kerk in twijfel trekken was blasfemie. Maar toch gebeurde het. De houding van wij maken zelf wel uit wat we lezen, hoe we het lezen, wanneer we het lezen en wij zijn heel goed in staat om zelf te bepalen wat ermee wordt bedoeld was te sterk, waardoor het christendom als een Groningse boerderij uit elkaar scheurde.

Dit sentiment klinkt behoorlijk eigentijds, als je het mij vraagt.

In tegenstelling tot de originele Reformatie, heeft de moderne variant niets met de kerk te maken, maar alles met de informatievoorziening via de media. Televisie. Het nieuws. De journalistiek. De politiek. De houding van wij laten ons niets meer aanpraten door een paar pratende hoofden op televisie bereikt zo langzamerhand zijn hoogtepunt. De honger naar informatie is groot, maar we willen zelf onze conclusies trekken. Wij interpreteren. Wij bepalen de juiste context. Wij willen kritisch denken en ons kritisch uiten. En wij willen daar vrij debat over kunnen voeren.

Deze houding is natuurlijk gevaarlijk voor iedereen die baat heeft bij de huidige wijze van informatieverstrekking. Het businessmodel van zowel de dagelijkse nieuwsprogramma’s als politici en hun spindoctors staat onder druk. Nuance en transparantie zijn hele enge woorden voor deze groepen, die zichzelf in leven houden door middel van sensatie en eenzijdige beeldvorming.

De Reformatie kreeg een enorm steuntje in de rug, vanwege de uitvinding van de boekdrukkunst, ongeveer een eeuw ervoor. Dit maakte het makkelijk een eigen Bijbel (en andere geschriften) in huis te hebben. En dat steuntje in de rug hebben we nu, in de Neo-Reformatie, natuurlijk net zo: het internet. Inmiddels ook een halve eeuw oud. Waar je vroeger afhankelijk was van een nieuwslezer en hoofdredacteur van een krant, zijn er tegenwoordig een oneindig aantal informatiebronnen te raadplegen van over de hele wereld.

Kritisch denken is vandaag de dag, net als destijds kritisch de Bijbel lezen, bijna een doodzonde. Je bent al snel een gekkie of complotdenker als je je vraagtekens zet bij het verhaal van een zogenaamd betrouwbaar pratend televisiehoofd. Maar de geest is uit de fles. Het momentum is te sterk. Het veroordelen van mensen op basis van hun wil om zelf na te denken is een verloren strijd. Het toont enkel de goedgelovigheid aan van de minachtende in-de-pas-loper.