Vijf sterren voor een vieze nasmaak

Ze worden filmklassiekers genoemd. Taxi Driver (1976), 2001: A Space Odyssey (1968), Scarface (1983), The Shining (1980), Funny Games (1997), Gone Girl (2014), Se7en (1995), Psycho (1960), Silence of the Lambs (1991), Elle (2016), de series True Detective (2014) en Chernobyl (2019), en meest recentelijk Joker (2019). Waarom dit klassiekers zijn? Al sla je me dood.

Ik vroeg het me hardop af toen ik Elle van Paul Verhoeven had gezien: hoe kon het dat deze nare, kille film, met niet één personage waarmee je je kon identificeren, zo veel positieve reacties kreeg? Je kon geen krant openslaan of de sterren vlogen je om de oren. Op het moment van schrijven krijgt Elle een 7,1 op IMDb, het gemiddelde van 56.059 beoordelingen. Wat is hier aan de hand?

Psychologische oorlogsvoering

Ik voelde het bij Elle en ik voelde het bij de andere films in de inleiding. Het gevoel alsof je net een liter vloeibaar asfalt hebt doorgeslikt. Het zijn stuk voor stuk films die erop uit zijn om je psychologisch te breken. Alsof de regisseurs er een sadistisch genoegen in scheppen om de kijker onder te dompelen in een mentale en emotionele hel.

Niks gezellig bioscoopavondje. Dit is psychologische oorlogsvoering, verpakt als entertainment.

Bijzonder?

Maar zelfverklaarde filmliefhebbers en -critici zijn over het algemeen zeer gecharmeerd van psychologische oorlogsvoering. Wanneer een film nare, negatieve gevoelens oproept, wordt dat gezien als meesterlijk. Er worden 24 beeldjes per seconde op een scherm geprojecteerd en hallelujah, ik krijg het benauwd! Hoe bijzonder!

Nee, dat is niet bijzonder. Het is niet knap, maar juist bijzonder makkelijk om iemand een vieze nasmaak te geven. Het is bijzonder makkelijk om iets te filmen waarvan je weet dat mensen het eigenlijk helemaal niet willen zien. Je publiek beelden voor te schotelen die inderdaad blijven hangen, maar is dat een verdienste?

Doemdenkerij

Alles bevat een bepaalde vibratie. Films ook. Er hangt ‘energie’ omheen, en dat positieve energie zijn, of negatieve. Je voelt feilloos aan of een film je lichter, opgewekter maakt, of juist zwaar, lamlendig, verslagen en depressief. Waarom zou je kiezen voor het laatste? Wat is de meerwaarde van jezelf twee uur lang blootstellen aan beelden die je naar beneden trekken?

Negativiteit wordt belangrijker geacht dan positiviteit. Dat zie je niet alleen bij filmrecensenten, maar overal in de maatschappij (waar de filmrecensenten een product van zijn). Nieuwsprogramma’s richten zich bijna uitsluitend op negativiteit, angst, walging en doemdenkerij. Iemand die onder de tram komt is nieuwswaardiger (en dus belangrijker) dan iemand die een lofdicht over de tram schrijft.

Nare films hebben een flinke streep voor op energie- en stemmingverhogende films. Voor nu, althans. Want ondanks dat Joker momenteel hoge ogen gooit, bestaat er een onderstroming van mensen die weinig waarde meer hechten aan negatieve visuele onderdompelingen. Hun aandacht is beter besteed aan leuk en verlichtend materiaal. En ja, verlichtende cinema kan ook diepgang hebben. Het is niet zo dat naarheid het monopoly op diepgang bezit.

De tijden veranderen. Wat nu nog als ‘meesterlijk’ wordt beschouwd hopelijk ook.